Startprocedure bij het schaatsen, hoe gaat dat?

Het seizoen is weer van start en goed om te zien dat we ons weer massaal inschrijven voor de schaatswedstrijden. Er zijn soms nog wel wat vragen van (ouders van) rijders die nog geen of weinig wedstrijden hebben gereden hoe de startprocedure nu precies in elkaar zit. Veel rijders weten niet wat de regels zijn bij het inrijden en ook niet echt goed hoe de startprocedure in elkaar zit. Een opsomming: 

Warming-up

Kom een half uur voor de starttijd die in de inschrijfkalender staat aangegeven naar de baan. Je hoeft je dan niet meer te melden, maar hebt alle tijd om warm te lopen, schaatsen aan te trekken en in te schaatsen. Een kwartiertje voor de start wordt de startlijst opgehangen in de kleedkamers. Daarop staat in welke rit je rijdt, welke kleur armbandje je om moet en of je in de binnen- of buitenbaan moet starten.

  •  Tip: Schrijf met pen of viltstift de ritnummers en de kleur bandjes op je hand.
  •  Tip: Doe alvast de armband met de juiste kleur om rechter-arm voor je het ijs opgaat, zodat de jury kan zien wie je bent en je tijd goed kan meten.

Inrijden

Ga op tijd het ijs op. Je kan op het scorebord zien welke rit er aan de beurt is. Bij het inrijden kom je niet in de wedstrijdbaan. Als je bij een schaatswedstrijd recht-op rijdt in de inrijbaan, dan hou je de uiterste binnenkant aan naast de boarding. Sneller/warmrijden doe je ook in de inrijbaan, maar dan aan de kant van de blokjes. Je rijdt dan dus buitenom bij de rijders die recht-op rijden.

Pre-start

Zorg dat je je meldt bij de hulpstarter (de man/vrouw bij de stoelen aan de binnenkant van de baan) enkele ritten voor je zelf aan de beurt bent. Trek op tijd trainingskleren uit en zorg dat je klaar staat aan de binnenkant van de inrijdbaan.. De starter geeft aan wanneer je de wedstrijdbaan in mag.

Meestal is er sprake van “kwartetten”. Dat wil zeggen als de eerste 2 rijders (met een wit en rood armbandje) zijn gestart, wordt direct daarna het 2e paar rijders (met een geel en blauw armbandje) weggestart. Pas als alle 4 rijders zijn gefinisht gaat het volgende kwartet van start.

De wedstrijd zelf gaat net als op de televisie. Dus met een starter, wisselen van baan op de kruising en finish bij de jurytoren (of halverwege het rechte eind als je 1000 mtr rijdt).

Startprocedure

  • De rijders stellen zich aan de start op achter de kleine hulplijn die in het ijs is aangebracht. Bij het commando “naar de start” rijden zij op naar de startstreep die in het ijs is aangebracht, om zo beide rijders gelijktijdig aan de start te krijgen.
  • Bij de startstreep krijg je genoeg tijd om de juiste start­houding aan te nemen.
  • De starter wacht tot beide rijders gereed staan.
  • Bij het comman­do “klaar”, zakken de rijders in de starthouding en wachten tot het startschot valt. In deze tussentijd (officieel is dat 1 á 1.5 sec (is best wel lang..) moet de rijder “stil” staan. Je moet na het inzakken echt helemaal stil staan.
  • Pas na het startschot mag je over de startlijn komen.
  • Als één van beide rijders een valse start maakt, mogen beide rijders opnieuw starten. Wie er bij die 2e start een valse start maakt, wordt gediskwalificeerd.