Turnsters doen het heel vaak, atleten regelmatig, sommige trainers en schaatsers zie je uitgebreid rekoefeningen doen voor ze de baan op gaan maar veel Vikingers beperken dat tot soepele handbewegingen in “Jaap”. Wat zeggen de deskundigen??
Eind vorige eeuw is er veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit van rekoefeningen in de sport. Gerard v.d. Poel schreef samenvattingen erover in SportGericht die we bespraken tijdens trainersoverleg.
Hoe moeten we rekken? Langzaam langdurig rekken (15 sec) leidt tot goede verbetering van de spierlengte
Zien we minder sportblessures na zorgvuldig rekken? Hiervoor is geen hard bewijs gevonden. Er zijn wel aanwijzingen dat er minder overbelasting blessures voorkomen bij goed rekken.
Worden de sportprestaties beter na rekken in de warming-up? Niet in het algemeen, wel bij sporten waar grote lenigheid vereist is zoals turnen.
Bij dit soort onderzoeken is dat er veel “op de grote hoop gegooid word” waardoor de uitkomsten niet altijd zo specifiek zijn. Wat wel duidelijk wordt is dat statisch rekken de spierlengte verbeterd en de spierspanning verlaagd.
Laten we daar eens specifieker naar kijken. Tijdens de afzet van de schaatsbeweging strekken knieën en heupen. De strekspieren moeten kracht leveren , terwijl de buigspieren moeten ontspannen. Logisch dus dat je voor de wedstrijd (of training) de buigspieren moet strekken , maar de strekspieren niet! Na afloop wil je de strekspieren weer snel laten ontspannen, en dus rekken. Daarnaast geldt dat rekken, in het algemeen, de algemene lenigheid verbetert. Absoluut een item voor schaatsers die in het algemeen niet uitblinken in souplesse. Conclusie: zorgvuldig en specifiek rekken kan de prestaties verbeteren.
Daarnaast vindt ikzelf dat bij schaatsen, wat een individuele sport is terwijl je in een groep traint gezamenlijke warming up en cooling down de groepscohesie bevordert. Niet onbelangrijk in onze vereniging. Volgende keer over sportblessures en rekken.
Op uw gezondheid
Willem van Lindenberg