Harde wind, harde les? Of, een jetlag als excuus.

marathonwedstrijd M4, 2 november 2022, verslag door de bril van de voorzitter.

M4 is deze keer de eerste wedstrijd van de avond, wij mogen direct na de dweil na het woensdagavond trainingsuur (M03) om 21:00 beginnen.

Zaterdag net teruggekomen van een reis naar Amerika. Ik ben zeker nog niet overtuigd van mijn conditie na de beperkte trainingsactiviteiten deze zomer. En realiseer mij dat ik met “een jetlag” al een goed excuus heb voor een eventueel tegenvallend resultaat later die avond.

We vertrekken op tijd. Immers door een paar minuutjes mee te pakken in het trainingsuur kunnen we alvast wennen aan het gevoel. In de auto wordt de wedstrijd voor besproken. Ronald: “het waait hard, aanvallen en vooruit blijven zal moeilijk zijn. Kan beter uit de wind blijven zitten”. Als ik aan geef dat je misschien 7, 8 ronden voor het einde moet vertrekken vinden we dat eigenlijk nog te vroeg.

Op de ijsbaan schaats ik eerst naar Guus, Vikinger van het eerste uur, die langs de baan staat. Als vrijwilliger voor de BGA (Baancommissie Groot Amsterdam) assisteert hij in de jurytoren tijdens wedstrijden, hij is goed herkenbaar, grote kerel, rode BGA-jas en witte bos haar. “Ik moet je de groeten doen van Joop met de snor. Ik kwam ‘m zondag tegen op Haarlem” zei ik. Waarop Guus vertelde dat zij vaak marathons tegen elkaar hadden geschaatst. Na zijn heupoperatie gaat Guus nog maar weinig het ijs op. Guus vertelde dat hij laatst had berekend dat hij zo’n 500 marathonwedstrijden heeft gereden…..respect, ik dan nog geen 10 (9).

Caroline is er ook en heeft de nieuwe schaatspakken (marathon) meegenomen. Pakken zien er prachtig uit. Ondanks het feit dat ik al weken ben bevraagd (“waar blijven die pakken?”} vinden de mannen het nu toch te spannend om de wedstrijd al in zo’n strak pak te rijden. Daar moet eerst een keertje in worden getraind.

De baan is gedweild. Voordat we het ijs op kunnen geeft Henk Veen (commissaris marathon van de BGA) aan waar een paar “wakken” (= scheuren) zitten, direct na de binnenbocht aan de Jaap-zijde, deze worden met oranje pionnen afgezet. Dan mogen we de ijsbaan op en de schaatsers blijven maar opstappen. Uiteindelijk staan er 57 (!) schaatsers op het ijs en Ben en Bert van Viking zijn er deze keer nog niet eens bij.

De wedstrijd begint, met vier treintjes breed de eerste bochten in. Het is wel duidelijk dat er heel wat nieuwelingen bijzitten, ’t is rommelig maar gaat allemaal net goed. Ik blijf zelf in de binnenbaan rijden met ook wat krabbelaars voor me die ik probeer in te halen maar dat lukt niet echt, te weinig ruimte naast me. Inmiddels zijn er wel enige rijders die proberen weg te rijden maar door de harde wind staken ze na een ronde of twee hun inspanningen. 

Hein en Jeppe rijden dicht bij mij op plek 20 tot 25 in het peloton. Edward en Ronald rijden wat meer in de voorste linies. Het blijft wel wat onrustig omdat we nog steeds vaak drie rijen dik rijden.

Inmiddels heeft Edward besloten om naar voren te rijden. Met familie langs de baan moest hij natuurlijk wel even goed zichtbaar zijn. Hij ontwijkt de onrust en rijdt ontspannen op de kop van het peloton, kop in de wind, drie rondjes en nog ééntje, iedereen blijft er maar al te graag achter zitten. Ronald rijdt ook naar voren maar blijft daarbij ronden lang extra meters maken door in het buitenste treintje te zitten. Hein rijdt goed mee en is inmiddels ook buitenom wat naar voren gereden.

Nog zeven rondjes te rijden. Het gaat best lekker, beter dan verwacht. Het wordt onrustiger in het peloton, de snelheid lijkt iets toe te nemen en treintjes buitenom halen mij in. Er moet nu iets gebeuren anders eindig ik in de achterste linies. Dus ik besluit om uit de binnenste trein te stappen en rijd nu tussen twee treintjes in. Na een rommelige bocht heb ik een gaatje gevonden, maar er rijden nog zeker vijfentwintig schaatsers voor me.

Buitenom wordt er nog steeds ingehaald dus ik stap ook opzij en zet aan. Dan moet je de juiste voorgangers uitkiezen om bij tegenwind achter te zitten en met wind mee ontspannen mee te glijden. Ik zie wat rijders voorbij komen die normaal in de top eindigen en ik sluit aan, nog vier ronden te gaan en ik rijdt weer in de binnenbaan met een man of acht voor mij.

Nog 3 rondjes te gaan, we rondden de oranje pionnen en waar de voorste rijders uitwaaieren stappen twee rijders naar binnen uit en geven gas ik duik er direct achteraan. We rijden ons niet los van het peloton maar wel direct vooraan. Nu gas blijven geven en toch niet kapot gaan, ik moet diep blijven zitten en niet op de punten rijden. Dat lukt, er komt nog één rijder buitenom, in de eindsprint kom ik niemand meer voorbij maar word ook niet ingehaald. Ik eindig op de vierde plaats. 

Jeppe eindigt op plaats zeven. Hein zat ook goed voorin maar werd in de laatste bocht onderuit geschaatst en eindigt dan als een-na-laatste, balen. Edward en Ronald hebben zich goed laten zien tijdens de wedstrijd maar de wind eist z’n tol en ze raken opgesloten in de binnenste trein, ze eindigen uiteindelijk op plaats eenentwintig en negenentwintig.

In de auto terug naar huis worden de lessen van de harde wind nogmaals besproken “maar Henkie jij bent wel vierde geworden”. Dan gebruik ik mijn excuus dat ik eerder die avond al had bedacht; “ik denk dat het door de jetlag komt – ik was gewoon wat meer wakker dan de rest” ?

[volgende marathon van M4 is op 16 november, het tweede blok].